Onze boerderij
Onze boerderij
Hof te Landegem
HET HOF TE LANDEGEM, HAAR OORSPRONG…
De hoeve, niet ver gelegen van de Rijksweg Gent-Aalst en de stenen Fauconiersmolen, heeft een rijke geschiedenis. Ze is, net als Oordegem, van Frankische oorsprong en opgericht aan een aftakking van de Oude-Heirweg. De Frankische hoeve die later heerlijkheid werd, was een hoofdleen dat gehouden werd door de abdij van Affligem en het leenhof van Gavere. De abdij van Affligem had er haar rechten, maar was voor de rest afhankelijk van Oordegem.
Toch had het “Hof te Landegem” haar eigen gerechtshof, maar de vonnissen werden uitgevoerd door de officier van Oordegem. Soms hadden er geschillen plaats tussen de twee schepenbanken. Die moesten dan beslecht worden door “De Raad van Vlaanderen” in het Gravensteen te Gent.
Geschiedenis
Het hof was in 1070 eigendom van de gebroeders de Landerghem, achtereenvolgens worden dan de families Tacquet en Van der Piet de eigenaars. Als Isabella Van der Piet in de loop van de 17de eeuw in het huwelijk treedt met Guillaume de Mayer komt het zelfs tot een proces voor de Raad van Vlaanderen, wat uiteindelijk ook tot de verkoop van het goed zal leiden. Het wordt gekocht door de familie van Craeywinkel, die het in 1698 gedeeltelijk overlaat aan Pierre Huneus. Ook die familie zal er niet lang over beschikken want in 1733 verkoopt Charles François Huneus de heerlijkheid op zijn beurt aan de familie Maelcamp. Zo wordt in 1750 Marie Bernardine Maelcamp als eigenares vernoemd.
Zij laat het in 1784 na aan haar neef Jan Baptiste, na hun overlijden werd het hof eigendom van hun zoon Baron Alfred Maelcamp de Virelles en bleef hij eigenaar tot 1880. Toen ging het hof over aan de familie Stas-de Richelles en daarna aan de heer Gillot-Stas de Richelles te Hemiksem. Ongeveer in 1960 werd het hof aangekocht door Dr. Sierens, gekend internist van Aalst, die het voorste gedeelte liet heropknappen. Bij deze overlijden ging het over naar de erfgenamen van de dokter die de hofstede en landerijen openbaar verkochten in 1985. De nieuwe eigenaar is de heer Dirk De Brandt… De start van een mooi verhaal.
Na de Eerste Wereldoorlog besloot de Japanse regering het doelgericht fokken met inheems en gemengdbloedig vee van bovengemiddelde kwaliteit te stimuleren. De opzet was het terugfokken en verbeteren van gewaardeerde eigenschappen zoals werklust en vleeskwaliteit, door strenge selectie en het opnieuw gericht toepassen van inteelt. Omdat niet in elke prefectuur dezelfde buitenlandse rassen waren ingefokt, en in dezelfde mate, was de genetische variatie van de veestapel enorm toegenomen.
Bij afwezigheid van nationale richtlijnen, ontwikkelden de resultaten van het streven naar verbetering van de veestapel zich daarom sterk streekgebonden. Tussen de per prefectuur georganiseerde fokkers werden bovendien maar nauwelijks dieren uitgewisseld. Hierdoor ontstonden lokaal een groot aantal genetisch gefixeerde bloedlijnen, die werden gekenmerkt door verschillen in bijvoorbeeld grootte en bouw, karakter en vleesopbrengst en -kwaliteit.
Een aantal van de bekendste lijnen waarvoor in deze periode de basis is gelegd, zijn afkomstig uit de regio Chugoku op Honshu, zoals de Fujiyoshi- of Shimane-, de Kedaka- en de Tajiri- of Tajimalijn. De Kochi- en Kumamotolijn zijn afkomstig van respectievelijk de eilanden Shikoku en Kyushu.
Smaak
Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat door de specifieke genetica van deze runderen, het vlees een uitzonderlijk vetgehalte bevat. Deze gezonde vetten hebben dankzij de enkelvoudige vetzuren een cholesterolverlagend effect.
De graad van marmering of vetdooradering, zorgt voor extra mals vlees met een ongeëvenaarde smaak:
“Het vet dat smelt in de mond”
Contacteer ons makkelijk via Whatsapp.